- Partly sl. wormholed; waterst. in blank margins at the beginning; edges neatly trimmed.
= Rouffaer/ Muller I, p.756; Cf. Landwehr, VOC 759 (ed. 1736): "Malay grammar and the first bibliography of Malay books by Europeans and indigenous authors, also of manuscripts (unpublished). Gothic, roman, arabic and Malay characters."
Cornets de Groot, A.D. Javaansche spraakkunst. Batavia, J.F.C. Gericke voor het Bataviasche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1833, XII,232p., engr. title, orig. limp boards.
- Backstrip partly worn off.
= Verhandeling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 15e deel. Rouffaer/ Muller p.816.
AND 1 other: H.N. VAN DER TUUK, Tobasche spraakkunst. Eerste stuk. (Klankstelsel) (Amst., 1864, orig. clothbacked boards).
= With AUTOGRAPH SIGNED DEDICATION to W.C. MULLER on title-p. Buur, Persoonlijke documenten 689.
Kuyper, J.F.H. Gedichten van Indië en andere. Padang, Drukkerij Bäumer ("niet in den handel"), n.d. (±1900), (17) lvs., modern giltlettered batik binding, orig. wr. pres.
= Not in Buur. Rare.
AND 6 others in 7 vols., i.a. A. DE WIT, Orpheus in de dessa (Amst., (1903), 1st ed., orig. cl.); J.F. KUNST, Melati en rotan (The Hague, (1950), tinted ills. by J. ROBERTI, orig. gilt hvellum, 4to) and W. WEGENMAN, Corruptie. Een Indische roman (Rott., 1925, orig. wr.).
- Usual foxing. Binding rubbed/ sl. worn.
= Naturwissenschaftliche Romane. Ein Versuch die Lehren der Naturkunde im Gewande der Unterhaltungslectüre zu Verbreiten. Rouffaer/ Muller, Suppl. I, p.107 (1st ed., 1861); not in Bastin/ Brommer.
= Johannes Rach made drawings of Batavia between 1762-1783.
Bruijn, M. de and Raben, R. (ed.). The world of Jan Brandes, 1743-1808. Drawings of a Dutch traveller in Batavia, Ceylon and Southern Africa. Zwolle/ Amst., Waanders/ Rijksmus., (2004), 543p., 198 col. ills., num. monochr. textills., orig. cl. w. dustwr., large 4to.
- Incl. duplicates.
= Some titles: C.L. BLUME, Beschrijving van eenige gewassen, waargenomen op eenen togt naar den Salak (1823); H.J. DOMIS, Aanteekeningen over het gebergte Tinger (1832); IDEM, Salatiga, Merbaboe en de zeven tempels (1825) and J.C.M. RADERMACHER, Beschrijving van het eiland Sumatra, in zoo verre hetzelve tot nog toe bekend is (1824).
- Bindings foxed/ dampstained, contents partly sl. browned, but still legible.
= Not much could be found on J.A. Bakkers, who was governor of Celebes from 6 July 1865 to 26 September 1876. This is surprising because, together with the works by B.F. Matthes, the publications by Bakkers and his diaries are the main source for knowledge about the culture and the events in 19th cent. Celebes. The most important article that he wrote was published in the Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, vol. 15 (1866, p.1-209) and is titled: "Het leenvorstendom Boni. Met drie teekeningen van de belangrijkste punten tijdens den jongsten met dat rijk gevoerden oorlog." His diaries are known from the microfiches that are kept in the National archive of Indonesia. The original manuscripts were used and cited from by J.A.VINK for his article in Tijdschrift voor Neerland's Indië jrg 1, 1902 (nr.2), titled "Uit het Dagboek van wijlen, den Gouverneur Bakkers". In his introduction Vink writes that he was given the opportunity to use the 16 volumes of Bakkers' diary for his article by R. Bakkers, the son of Goeverneur Bakkers: "Zooveel is echter zeker, dat de Secretaris voor de Inlandsche Zaken, de in 1859 tot Adsistent-resident benoemde heer Bakkers door zijn onvermoeidheid in het reizen en trekken, zijne meer dan gewone geschiktheid, om politieke geschillen met de vorsten van Celebes af te wikkelen en zijn kloek optreden tegenover hen, een buitengewoon groot aandeel heeft gehad in Nederlands triomf over Boni. (...). [citing from Bakkers' diary:] Wanneer men in mijn dagboek leest, dat de een of andere Koninklijke Hoogheid eene woning heeft doen in orde maken, stel u dan niet voor, dat ge daarin alleen, en tevens tamelijk goed gelogeerd zijt, want dan bedriegt gij u. Met het in orde maken van zoodanig logies wordt niet anders verstaan, dan dat men een klein plaatsje bij den eenen of anderen inlander heeft doen inruimen, waarin gij met uw gevolg en koelies gelogeerd zijt en gedurende de 2 eerste uren door de in den omtrek wonende buren als een wild dier beschouwd wordt. De voeding, die men bij de vorstelijke gastheeren ontvangt, laat evenzeer te wenschen over. Zij bestaat gewoonlijk uit slecht gekookte, drooge rijst met een paar stukjes oneetbare, z.g. versche of gedroogde visch of een paar eijeren; de laatste zijn nog het verkieselijkst (...)". Another quote from his diary supports Vink's assertion of Bakkers' qualities from the perspective of a local ruler: "26 Juli 1862. Om 8 u. 30 m. arriveerde ik te Tipoeloewe. De Leenvorst [Aroe Palakka] ontbood mij onmiddelijk, om zonder de minste formaliteiten, zooals ik daar in mijn beslijkt reis gewaad was, tot hem te komen. Hij was zeer beleefd en vriendelijk en, zooals hij zeide, met mijne komst zeer ingenomen, want hij beschouwde zich als een door mij, Bakkers, van Boelekomba naar Boni overgebrachte plant, die daar geplant was, maar waarvan de wortel nog niet die vastheid in den grond verkregen had, dat hij nu reeds mijne schaduw en zorg ontberen kon, zoodat dan ook zijne eenige hoop was, ik niet eerder Boni verlaten zou voordat zijn bestuur daar zoodanig gevestigd en de orde teruggekeerd was, dat hij mijne medewerking en broederlijke raadgevingen zoude kunnen missen (...)". On the 14th of February 1865 Andrée Wiltens was installed as the new governor of Celebes and Bakkers has the following entry in his diary: "Heden morgen bij den Gouverneur zijnde, verzocht Z.E. mij dringend mijn voorgenomen verlof naar Nederland, zooal niet voor goed, dan toch voor eenige maanden te willen uitstellen. Mijn antwoord was, dat ik dit gaarne wilde doen, indien mijn verhouding blijven kon, zooals die gedurende 3 jaar met den Gouverneur Kroesen was geweest, doch dat ik op den voorgrond stelde geen scribent en ook geen bureaucraat te zijn, dat ik het hart op de tong droeg en dus ook openlijk mijne gevoelens aan ZEd. wenschte bekend te maken, nadat men mij had medegedeeld, de heer Andrée een zeer knap mensch is, bureaucraat en dit ook van zijn ondergeschikten vordert, hetgeen ik niet ben, maar ook dat ik mijn roem niet wenschte te overleven. De heer Andrée Wiltens vroeg mij toen, of zijn hem vooruitgesnelde reputatie dan zoo ongunstig was, waarop ik antwoordde: "welligt voor anderen niet, maar voor mij wel, die niet met de pen, maar met de sabel ben opgevoed". Daarop voegde de Gouverneur mij toe: zonder te weten, hoe en wat de andere ambtenaren zijn, zal ik zeer tevreden wezen, als zij zijn, wat de heer Bakkers is, n.l. een goed en trouw dienaar van den Staat, die zijn Chef bij alles ter zijde staat en doet, wat in zijn vermogen is. Van het eerste oogenblik, dat ik u ontmoet en met u over zaken gesproken heb, zijt u mij bevallen en heb ik begrepen, dat, wil ik wat van Celebes maken, u voor mij onmisbaar zijt. Mijn antwoord was: Gouverneur, ik zal vooreerst mijn verlof niet aanvragen en trachten voor u te zijn, wat ik voor den heer Kroesen [Wiltens' predecessor] geweest ben. Antwoord: "Dan dank ik u daarvoor"." As Vink writes: "Lang echter zoude de heer Bakkers niet onder de bevelen van Andrée Wiltens dienen, aangezien deze laatste ziek werd en dientengevolge Bakkers hem als Gouverneur van Celebes op den 2en Juli 1865 verving. De self-made man stond alzoo nu zelf op de hoogste sport van den Celebaanschen ladder, eene onderscheiding, die hij dubbel en dwars verdiend had, en waarvoor hij sedert 22 October 1849, toen hij op een traktement van f150,- 's maands te Takalar zijn burgerlijken dienst begon, hard gewerkt had. Reeds spoedig zou men op Celebes bemerken, dat ook buiten de Gouvernementslanden met den Gouverneur Bakkers niet te sollen viel. Op den 14den November 1867 voer Bakkers met 3 oorlogsschepen de Noord op en werd Balangnipa in de asch gelegd, waarop de Hadat van het Land zich haastte, alleronderdanigst voorloopig f 4500,- bij den Gouverneur te storten in voldoening van vroeger opgelegde boeten."
- Browned and worn; partly splitting on folds; occas. ink partly faded.
- Upper corners sl. nibbled (by rodents?) w. minimal loss of text.
= Contemporary transcript of the capitulation of Ternate to the British, on 21 June 1801 during the Nuku Rebellion when several indigenous peoples of the Moluccas revolted against the Dutch, assisted by the British East India Company.
- Hinges sl. weak. Cancellation stamp on frontcover; binding partly discoloured; lower corners bumped.
= The atlas only to the work published in the Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indië. Nieuwe serie - 5e deel.
- Partly waterstained on verso, sl. shining through on the section 'West-Java'
- Attractively handcol.; trifle yellowed.
- Evenly yellowed; later annot. in pen and ink.
= Rare early (first(?)) edition. Van der Krogt I - 8562:1 (verso blank). SEE ILLUSTRATION PLATE XXXVIII.
- Portfolio waterstained.
= Rare. Text parts: H.J. SCHOPHUYS, Regional Developmnent Corporation Polderplan Kalimantan (12p.); A.H. VERKUYL, The Wooden Curtain of Tandjungnegara (6p.) and a summary in Bahasa Indonesia of the two former works (5p.).
- Passepartout covering the first letter of the privilege/ last letter of the address.
= Sixt v. Kapff K 317. After the view by Mathias de Sallieth after Hendrik Kobell, published in 1779.
- Covers sl. soiled.
Lindeboom, L. Oude K.P.M.-Schepen van 'Tempo Doeloe'. Bilthoven, Maritieme Stichting, 1990-2000, 12 vols., ills., Dutch and English text, orig. unif. wr. - AND 9 others, i.a. L.L. VON MÜNCHING, De geschiedenis van de Batavier lijn (Franeker, 1994, ills., orig. boards).
- Trifle foxed. Modern shelf ticket on spine.
= Sharp criticism of the "Cultivation System" implemented in 1830 by governor-general Johannes van den Bosch. Rouffaer/ Muller p.189.
Pierson, N.G. Het kultuurstelsel. Zes voorlezingen. Amst., P.N. van Kampen, 1868, VIII,230p., fold. table, contemp. hmor.
= Rouffaer/ Muller p.197.
AND 14 others, mostly small publications, i.a. (C.H.F. RIESZ), De Koloniaal-Radicalen en het Cultuur-Stelsel (The Hague, 1862, orig. wr.); J.D. VAN HERWERDEN, Is overgang tot vrijen-landbouw op Java, zonder slooping van het stelsel van kultuur, nu reeds mogelijk? (ibid., 1854, orig. wr.) and J.J. ROCHUSSEN, Het wets-ontwerp op particuliere cultuur-ondernemingen in Nederlandsch-Indië, beoordeeld in verband met het Gouvernements-Cultuur-Stelsel (ibid., 1862, orig. wr.).
- Lacks the maps of Java (supplied in facsimile); one plan torn; waterst. in upper blank margin; old owner's entry on title-p.
= On the action taken by Generaalgouverneur J.W. Janssens in the war with the English in 1811 on Java.
- Sl. waterst. and yellowed; lacks at least one leaf at the end.
= Diary of army Lieutenant Strengnart kept during his service in Borneo, written in a small but well legible hand.
WITH several other items, i.a. a drawing "Gevecht bij Madjabar op den 1e January 1862. Aan den 1e Luitenant Strengnart ter herinnering" (pen and ink and grey wash with some brown, 13,5x23,5 cm., signed [illegibly] and "Tanuang Layang den 2e Maart 1863"), a wedding cabinet photograph showing Strengnart and his bride A.S.P. van Kalken, the latter's printed obituary (1900), a military decoration and a curious manuscript (in 2 fold. parts) containing Arab text and various symbols w. manuscript on verso: "Gevonden in de hoofddoek van een door mij neergesabelden [?]", w. accomp. manuscript letter from the Rijks Ethnographisch Museum, dated 1908: "(...) Het mij toegezonden document is een voorwerp dat bij Maleiers algemeen als amulet wordt gebruikt en hetzij in hoofddoek of op andere plaatsen van het lichaam in kokertjes wordt meegevoerd (...)".